Deze maand stellen wij u Team NL voor. Vandaag: Jorn Maljaars (19), 2e commis
17 februari 2022
Ik ben echt met de neus in de boter gevallen. Ik had me als zevendejaarsstudent van de hotelschool Ter Duinen in het Belgische Koksijde opgegeven voor het Junior National Culinary Team. Volgens het reglement van die wedstrijd moest je de Belgische nationaliteit dragen. Om die reden viel ik af. Jo Nelissen, die de selectie begeleidde, zag echter wel iets in mij. Hij droeg mij voor als tweede commis van het Nederlandse team van Bocuse d’Or. Ik sta daar nog steeds van versteld. Dé Bocuse d’Or is mij min of meer in de schoot geworpen. Ik voel me een zondagskind. Zo’n kans krijg je geen tweede keer. Ik mag meedoen op wereldniveau. Een mooiere ervaring is niet denkbaar.
Ik ben opgegroeid met de juiste streekproducten, mijn ouders runnen een boerderijwinkel in Aagtekerke op het Zeeuwse schiereiland Walcheren. Ik kan het kaf van het koren moeiteloos scheiden. Mijn moeder stamt uit een bakkersfamilie, mijn vader begon zijn carrière als bakker bij mijn oom. Kraakvers brood, mooie kazen, goed vlees, het is mij met de paplepel ingegoten.
Momenteel werk ik in de weekenden in de pop-up van Meliefste bij The Jane in Antwerpen, ik ben bijna rond met De Librije in Zwolle voor mijn afstudeerstage. Mijn uiteindelijke doel is een eigen restaurant waarbij ik zoveel gebruik maak van lokale producten, producten à la Zuivelhoeve Aagtekerke. Ik ben ambitieus, ik ga voor het beste, ik ga voor de winst, 100 procent.
Ik heb er geen last van als anderen op mijn handen kijken. Ik heb een sterke focus, ik laat me niet afleiden door camera’s. Mocht ik moeten invallen voor Jeffrey Buijl, de eerste commis, dan zit podiumvrees mij niet in de weg.
Ik pendel voor de Bocuse d’Or een paar keer per week op en neer tussen Koksijde en Rotterdam, waar we door tweesterrenchef François Geurds en onze mentor Jo Nelissen worden klaargestoomd voor de Europese finale. Dat voelt niet als een opgave. Ik leer zo ontzettend veel van hen. Dat ik een inspiratiereis naar New York, vanuit de hotelschool gearrangeerd, moet laten schieten, dat is jammer maar het weegt niet op tegen de Bocuse d’Or.